10 vragen aan Egge van der Poel

  1. Eerst even voorstellen (wie ben je, wat is je achtergrond en wat doe je op dit moment?)
    Ik ben Egge van der Poel, geschoold als natuurkundige en filosoof. Gepromoveerd op elementaire deeltjes bij CERN. Nu werkzaam als Clinical Data Scientist in de zorg. Met een missie: zorgen dat patiënt en zorgverleners continue toegang hebben tot de beste informatie om beslissingen te ondersteunen.
  2. Hoe ben je in jouw vakgebied terecht gekomen?
    Na mijn promotie in de natuurkunde ben ik als klinisch fysicus i.o. aan een avontuur in de wondere wereld van de zorg begonnen. Na een periode als Big Data consultant bij KPMG combineer ik nu mijn werk als Clinical Data Scientist in het Erasmus MC met vele andere projecten. Zo adviseer ik start-ups en grown-ups over Big Data en geef ik vorm aan enkele universitaire onderwijsprogramma’s voor Data Science.
  3. Wat heeft je bewogen om te gaan spreken? (En bij hoeveel events heb je gesproken/voorzitterschap gehad/gemoderatet)
    Vanaf jongs af aan ben ik goed in staat gebleken om ingewikkelde concepten tot mij te nemen en begrijpelijk aan anderen uit te leggen. Dit heb ik tijdens mijn eigen opleidingen voor mede-scholieren en mede-studenten gedaan, als docent voor de klas op een middelbare school en als wetenschapper voor een breed publiek. Zelfs DWDD en het NOS Journaal heb ik gehaald met mijn uitleg over het Higgs deeltje.
    Tegenwoordig geef ik regelmatig lezingen over Big Data. Daarin gebruik ik aansprekende voorbeelden om de ideeën en concepten achter de techniek over te brengen. Dat dit werkt blijkt uit de vele positieve reacties na afloop. Zo werd mij recent geadviseerd om net als Robert Dijkgraaf colleges op TV te gaan geven. Een prachtig compliment.
    Inmiddels heb ik ca honderd voordrachten over Big Data gehouden voor wisselende gezelschappen: van tientallen studenten in een collegezaal tot duizend man bij Exact Live. Iedere keer is het weer anders en iedere keer is het weer leuk.
  4. Hoe bereid je je voor op een event?
    Als ik gevraagd wordt voor een event wil ik uiteraard de basis op orde hebben: hoeveel mensen zijn er, wat is hun (diversiteit in) achtergrond, binnen welke context vindt mijn verhaal plaats, wie zijn de andere sprekers en de hamvraag: hoe lang heb ik? 😉
    Daarnaast probeer ik met mensen uit het werkveld contact te krijgen om uit de eerste hand te horen wat hen bezighoudt. Zo kan ik mij een beeld vormen hoe mijn ervaringen en inzichten daar het best bij kunnen aansluiten. En zo kan ik zorgen dat mijn verhaal het beste blijft plakken bij het publiek.
  5. Wat doe je voordat je het podium opgaat? (Vast ritueel, of iets opvallends?)
    Voordat ik het podium opga spiek ik graag even de zaal in: even zien wie er zijn. Zitten ze nog vol energie of zijn ze wat ingedut? Als dat laatste het geval is begin ik met een extra dosis energie aan mijn verhaal om iedereen mee te krijgen. Daar schuw ik fysieke activiteit niet bij: soms laat ik het hele publiek opstaan voor een oefening. Zo krijgen we de hersenen weer bij de les en wordt de inhoud beter verwerkt.
  6. Wat was de leukste, meest opvallende of meest indrukwekkende klus die je hebt gedaan?
    De leukste spreekbeurt was TEDxUtrecht (2016): een van de eerste grote spreekbeurten voor mij. In de aanloop daar naartoe heb ik veel contact gehad met een tekstschrijver die mij heeft geleerd een verhaal op te bouwen en het publiek daar in mee te nemen. Daar pluk ik nog steeds de vruchten van. Bovendien was dit een spreekbeurt waar mijn vrouw bij aanwezig was en het is wel heel bijzonder om in een vol theater het gezicht van je geliefde te herkennen. Dat gevoel vergeet ik nooit meer.
  7. En de meest lastige of moeizame klus/situatie? (En waarom)
    De meest lastige klus was een interne spreekbeurt bij een groot bedrijf. Ik had ter voorbereiding enkele interviews gehouden met medewerkers en uit alles bleek dat het thema (Big) Data lage prioriteit kreeg in de organisatie. Om daar uiteindelijk een zaal vol sceptische mensen toch enthousiast te krijgen voor beter gebruik van data bij beslisondersteuning koste wel wat moeite. Maar het is gelukt. Ik ben dan ook wel wat gewend in een omgeving van witte jassen…
  8. Hoe ga je het beste om met lastige vragen uit de zaal?
    Met eerlijkheid en humor. Lastige vragen zijn vaak ook goede vragen. Dus allereerst is het van belang om zo goed mogelijk antwoord te geven. Daarnaast vind ik het leuk om met enig gevoel voor humor extremen te schetsen en zo de vraagsteller aan het denken te zetten. Zo hebben we er allebei wat aan gehad!
  9. Wanneer is een spreekklus voor jou een succes? (Heb je een doel vooraf, wanneer is die behaald?)
    Ik kijk met plezier terug op een spreekklus als er interactie met de zaal is geweest, als ik kwartjes heb zien vallen (dat zie je namelijk echt!) en als ik mensen na afloop hoor smoesen over de inhoud. Dan is Big Data niet langer iets ongrijpbaars, maar kan het echt wat gaan betekenen voor ze.

Tot slot: heb je een gouden sprekerstip voor nieuwe of toekomstige sprekers?
Vaak gehoord: mijn authenticiteit is wat mensen aanspreekt. Ik spreek over mijn ervaringen, observaties en reflecties van Big Data in de zorg. Ook als ik voor bankiers spreek. Ik kan daar geen financieel verhaal vertellen. Dan is het niet meer mijn verhaal. Mijn verhaal gaat over data en zorg. Bankiers en andere professionals zijn prima in staat om paralellen met hun eigen werk te trekken. En anders help ik ze wel daarbij 😉