Mist zij mij ook?

Wilma Klaassen is moeder van een jonge vrouw met een ernstige verstandelijke beperking, epilepsie en autisme, die sinds 2016 in zorginstelling Nieuw Woelwijck woont. Nu zij niet bij haar op bezoek kan komen, vraagt ze zich af: mist zij mij ook?

Ik ben haar moeder, zij mijn dochter

Net als vele andere ouders zie ik mijn kind al een week of zeven niet. Ik mis haar, en ze mist mij. Toch? Ik ben haar moeder, zij mijn dochter. De vraag óf ze me mist, fascineert me. En wát mis ik eigenlijk?

Verstandelijk kan ik het beredeneren, corona-virus, kwetsbaarheid, besmetting. Het gaat niet samen. Dus ik ga niet naar mijn dochter. De komende drie weken ook niet. En zij? Nee, zij weet van niets, we missen elkaar ‘anders’.

Naomi vindt het altijd gezellig als ik bij haar ben

Ze laat altijd duidelijk merken dat ze het gezellig vindt als ik bij haar ben, nu zo’n zeven weken geleden voor het laatst: ‘Wat gezellig hè? En we houden van elkaar, hè? Kriebel je me nog even? Of heb je geen tijd meer? En doe je iedereen de groeten?’

Haar naam is Naomi en ze is 23 jaar. Ze woont sinds 2016 in Nieuw Woelwijck, een dorpsgemeenschap van verstandelijk gehandicapte mensen, in Sappemeer. Ze kan praten, lopen, fietsen, maar niets is zoals het lijkt. Dit is ingewikkeld en complex. Door haar ernstige verstandelijke beperking, epilepsie en autisme heeft ze baat bij een kleine gestructureerde wereld en is iets snel te veel.

Drie keer per week Skypen

We skypen drie keer per week. In ons skype-gesprek komen de woorden corona en ziek niet voor. Naomi kijkt niet naar persconferenties. Een skype- gesprekje met Naomi gaat niet verder dan haar fysieke en sociale omgeving. Ik stel de vragen via de ingesleten geitenpaadjes bij haar. Ik beweeg me naar haar toe, we praten over de wat ze net gedaan heeft en wat ze straks gaat doen.

Het heeft geen nut om gedetailleerd te vertellen wat ik doe. ‘Ik werk in de tuin’, zeg ik, als ze vraagt. Ik bevestig haar opgewekte stemming. De begeleider prijst haar, net als ik tijdens het gesprekje. En ja, ze vraagt of ik weer bij haar kom. Zeker kom ik weer bij jou theedrinken, maar nu ga je gezellig theedrinken in jouw huis. Begeleider Mirjam is vandaag bij je.

(Tekst gaat door onder de afbeelding)

Wilma Klaassen met haar dochter Naomi

‘Tot de volgende keer’

Als dit gesprekje in opgewektheid verloopt dan ben ik opgelucht, gerustgesteld. Ze zei pas nog tegen me: Ik heb hier een mooi huis, hè? Ja kind, jij woont in een prachtig huis. Zij huilt niet, geen emotionele taferelen, ook niet als we afscheid nemen. We ronden het gesprekje duidelijk en lief af, met kusjes van haar naar mij en andersom, met de mantra: tot de volgende keer. En hup, het afsluitende geluidje van Skype zet cru een streep door het contact. Meer zit er niet in.
Ik doe opgewekt, maar ik voel me een actrice in een ongemakkelijke film.

Ik wil haar hand weer kunnen vasthouden

Ik mis de vanzelfsprekendheid om naar haar toe te kunnen gaan. Terwijl ik bekend ben met het niet-vanzelfsprekende, het niet maakbare. De epilepsie, het onbekende van autisme en wat dit met zich mee bracht en brengt. Het zoeken naar een goed huis, binnen een gemeenschap, het uit handen geven van mijn kind dat zo afhankelijk en kwetsbaar is. Als gezin hebben we dit doorlopen. Ik heb me erbij neergelegd, maar soms ook niet.
Ik mis het om haar hand vast kunnen houden. Een muziekje, een kopje thee, afstemmend op haar, en het aansluiten bij haar kunnen, een praatje, en grapje, soms zonder woorden. Met Naomi zittend op haar bed. Het contact is simpel en licht! Met concentratie van mijn kant.

Naomi leeft in het nu

Dit kleine, lieve, soms fysieke contact. Het uiting kunnen geven aan de exclusieve relatie die ik, als moeder, met haar heb, mis ik. Dit mist zij ook, maar dan anders. Naomi leeft in het nu. En zoals ze nu rustig en opgewekt blijft, zo zal ze straks als we elkaar weer kunnen zien ook blij zijn. Daar verheug ik me op. Ze zal dan niet vragen: ‘Waar was je al die tijd?‘

Meer over Wilma Klaassen en haar boek

Het aftasten, het verwonderen over een situatie of onderwerp. Wilma Klaassen houdt er (net als velen) van, het zet haar tot denken. Ze heeft een boek geschreven over de tijd van Naomi nog thuis woonde en zij op zoek waren naar een goede plek voor haar om te wonen. Dit boek heeft als titel ‘Naomi, wat kies ik voor haar?’ en is hier te koop. Interesse om Wilma te boeken voor een sprekersklus? Lees meer op haar Zorgsprekers profiel.